donderdag 28 januari 2010

En we kwamen nog wat ander volk tegen!

Southland & The Catlins




We gaan zuidwaarts, naar het uiterste zuiden van het Zuideiland. Terug naar de zee. Reizen met de camper betekent slow travelling in ons geval. Check out time is veelal 10u op een camping. Dat is reppen voor ons. 11 uur ligt ons beter. Als we eens vrij kamperen of op een DOC campsite terechtkomen (= Department of Conservation. Campsites waar je in een honesty box wat dollars moet gooien om te mogen genieten van het unieke plekje), dan hebben we geen check out tijden en start de dag veelal zeer traag.
De natuur blijft hier uniek en verrassend. We komen op een strand waar de zee met de getijden allerlei keien op het strand gooit en weer meeneemt. En die keien hebben alle kleuren van de regenboog.
En we zien nog eens wat wildlife: pinguins die bij het vallen van de avond hun nesten opzoeken om hun jongen te voeden, dolfijnen die in de baai genieten van de golven en flirtende zeeleeuwen op het strand.
Het blijkt hier de koudste zomer te zijn sinds lang. Het lijkt een beetje op een Belgische zomer die niet van start geraakt. Geen lange avonden buiten naast de mobilhome, maar wel rond een uur of acht in de mobilhome met een fleece aan. Maar we klagen niet. Regen hebben we in dit natte deel van het land nog niet veel gehad en lange mouwen en een lange broek is gewoon ook al nodig voor de sandflies. Dit zijn gemene kleine vliegjes die steken en waarvan de beten 5 dagen lang blijven jeuken.

De Daytime Cruise in de Doubtful Sounds





Vanochtend stonden we op om (eerste keer) 8.00 uur. En na een fiks ontbijt gingen we naar een boot die ons over een meer naar de Fjorden bracht. Hier heet dat Sounds. Dus we vertrokken op de boot en we kwamen de mevrouw die op de camping naast ons zat tegen. Het was bewolkt maar er verschenen al blauwe openingen in de lucht. En de Sounds staan vol bergen en zo. Op het meer ook. En die waren supermooi. Mama vond dat de mist het niet leuk maakte. Maar papa en ik vonden dat die mist wel iets had. Als we na 50 minuten aankwamen aan de overkant werden we op de bus gezet. De chauffeur maakt een paar grapjes. Zoals: ‘Het spijt me dat het niet regent, het regent niet maar jullie zitten in een regenwoud!’. Onderweg stopten we op een viewpoint (uitkijkpunt) op de Sounds. En daarna stapten we op de grote, mooie cruiseboot. En we gingen voor drie uur varen. Onderweg klaarde het helemaal op. En we zagen bergen, watervallen, aardverschuivingslittekens (stukken onbegroeide grond waar de aarde in twee splitste!) en zeehonden! En na een uur of wat kwamen we aan de Tasmaanse zee. Dan was het geen boot meer maar een rollercoaster! Jeweetwel, op en neer en op en neer! Even was ik bang maar daarna was het wel leuk. Dan vaarden we terug. We vaarden soms zijarmpjes in. En op een bepaald moment. Moesten we stil zijn, niet bewegen en zetten de kapitein en crew de motor uit. Doubtful Sound heeft een bijnaam: The sound of silence! Het werd helemaal stil. Je hoorde hoe de wind door de planten suisde en hoe de vogeltjes aan de overkant kwetterden als zot. Mama vond een minuut te kort. Terug aan land reed de bus naar de waterkrachtcentrale. We moesten door een tunnel die een spiraal maakte tot 2KM diep! En daar zagen we hoe het werkte. Er waren ook infofoldertjes in het Nederlands! Daarna terug op de boot en het meer over! Dan was het 18.30 uur.


Groeten vanuit Lake Manapouri

Cas

zondag 24 januari 2010

Van de wereld weg!

Geen internet, behalve een paar kb's in een lokaal museumpje. Later meer nieuws van ons!

woensdag 20 januari 2010

We hebben er zelf een stukje grond

Mount Cook




Halfweg het zuidereiland ligt de hoogste berg van Oceanië en dus tevens één van de Seven Summits, de Mount Cook.
Hoewel het er ’s ochtends regenachtig uitziet besluiten we er toch naar toe te trekken langs de enige weg die er naar toe leidt: een 50 km lange doodlopende maar zeer goed bereidbare bergbaan. Het weer klaart helemaal uit en we maken een fantastische dagwandeling naar een gletsjermeer met zicht op de berg.
Diezelfde avond worden we vergast op een sterrenhemel die zijn gelijke in Europa niet kent. Er is helemaal geen strooilicht (in honderden km’s omtrek) en de lucht is hier pakken zuiverder en helderder dan wat wij gewoon zijn; Dit is fantastisch!

Dit is de klas waar Cas Franse les krijgt

halfweg



Van hier af reizen we met een camper, een compact huis op wielen, waar je alles in kan vinden: slaapplaats voor 4, keuken, tafel, WC douche, windscherm, buitenstoelen en zo meer. Dat betekent ook dat je met z’n vieren op een (super)kleine oppervlakte moet samenleven en niettegenstaande ons ietwat rommelige karakter lukt dat best.
Met zo’n ding kan je dan dan gaan staan op fantastische plekken en je moet je niet meer haasten om ’s avonds ergens te moeten zijn. Het leven verloopt nog trager.

donderdag 14 januari 2010

Kaikoura & the jailhouse.


Na Mapua reden we naar Kaikoura. Daar zouden we twee nachten blijven slapen. Na de vijf uur lange rit, gingen we niks doen en een beetje naar mr.Bean kijken! Hilarisch! Daarna gaan we avondeten. Als we de volgende dag opstaan gaan we eerst rekenen. Na de middag gaan we naar de Kaikoura ‘Whale Watch’. Daar gaan we naar walvissen en dolfijnen kijken. Alleen waarschuwden ze voor heel extreme zeeziekte. We namen een pilletje. En inderdaad. Dat was geen boot. Dat was een Ferrari die 120 verkeersdrempels achter elkaar aan moest nemen. En dat supersnel! Als je begrijpt wat ik bedoel. Maar toen gingen we kijken naar walvissen. En dat was adembenemend. Die kwamen tien minuten boven om te ademen en gaan dan weer voor een uur onder. Als ze duiken komt die bekende staart naar boven. Dan nog een paar verkeerdrempelsgolven en dan kwamen we bij de dolfijnen. Dat waren echte speelvogels! Ze zwommen zelfs onder de boot door. Ik mag de foto’s er nog niet opzetten. Dus die komen later wel. Daarna had mama die een beetje zeeziek was, ongelooflijk veel zin in chips en cola.
In de i-site heb ik dan nog een mooie t-shirt gekocht met het opschrift ‘this place rocks! New-Zealand!’. Dan gingen we uitgeput naar huis en gingen we slapen.

Om de volgende dag op te staan om naar de gevangenis in Christchurch te rijden. Dat was een echte gevangenis die ze (een beetje maar) gerestaureerd hebben. Na ons te hebben uitgepakt gingen we biljarten. Twee spelletjes. Daarna gingen we in de stad iets eten. En het regende! Ja, het is eigenlijk al de vijfde keer in vier weken maar ik vergat dat altijd. Dus windstopper, daarover een regenjas en diep verscholen in de kraag vertrekken we naar een italiaan. In de souvenirschop kocht ik een boekje ‘my favourite jokes about Australians!’. Alleen snap ik meer dan de helft niet. Na de superlekkere italiaan (mijn beste pizza ooit!) zijn we terug naar de jailhouse gereden. We overnachten daar één keer.

Als ik de volgende ochtend opsta, check ik even mijn mailtjes. Daarna schrijf ik dit stukje voor op de blog.

Whale watching





Kaikoura: een klein stadje aan de voet van hoge bergen die rechtstreeks de oceaan in duiken. De zee is hier zeer diep, waardoor de grootste zoogdieren op onze blauwe planeet zich hier geweldig thuisvoelen. En met hen ook dolfijnen, albatrossen, zeehonden, enzovoort. We hadden een whale watch geboekt voor vandaag. Met een redelijk grijze lucht en een wilde zee kwam een seesicknesspilleke goed van pas… Een avontuur op zich met 3 sperm whales, een koppel dolfijnen en een albatros een goede oogst. (de Maori’s die dit organiseren vliegen met helicopters boven de boten om de walvissen te localiseren). Wel wat overroepen, vonden we. We wandelen nog de Peninsula walk en komen zeehonden tegen die languit op de rotsen liggen, op een paar meter van de track waar we op wandelen. Wat me vooral (alweer) bijblijft van dit stadje is de onwaarschijnlijke warme verwelkoming van onze hosts (van een gewoon motel, niets bijzonders), hun gastvrijheid en relaxe benadering van de zaken. Buitengewoon. En ook de minigolf…

eindeloos




Het meest noordelijke punt van het Zuideiland is Farewel Spit: een zandtong van 25 km lang en slechts enkele honderden meters breed waar de Tasmaanse zee en de Stille Oceaan samenkomen. Whaikeri beach: een eindeloze duinen- en zandvlakte met de wilde Tasmaanse zee die tegen rotsen beukt, waarop zeehonden het beste van hun dag doorbrengen. De Spit zelf gaan we niet op. Daar kan je alleen op met een georganiseerde ecotour. De Kiwi’s hier zijn zeer bezorgd om hun natuurschoon en ontmoedigen de toeristen op die manier om met hordes het ecologisch evenwicht te verstoren. En het moet gezegd, op de hiking tracks die we al hebben gedaan is er voldoende infrastructuur om al de menselijke producten achter te laten. Hurken achter de boompjes is hier niet nodig en zelfs ook geen optie. Afval kan je niet kwijt, je moet het zelf meesleuren. En de mensen houden zich eraan. Geen peuk te bespeuren. We wandelen nog een kleine twee uurtjes van de ene wilde Tasmaanse kant naar de rustigere Stille kant van de grote oceanen hier. Mooie dag.

zondag 10 januari 2010

vis




Vandaag zijn we gaan vissen op zalm. Dat gaat zo: Je meldt je aan bij de Salmon Farm, je krijgt hengels, een schepnet, een koffer en een soort mes. Je gaat naar de vijver en je vist op zalm. En dat gaat zelfs voor absolute leken redelijk vanzelf. Je haalt de vis op, je doodt die vakkundig, je gaat ermee terug naar de farm en daar terplekke wordt die dan voor jou à la minute gekuist en gerookt. Je betaalt per kilo opgehaalde vis, niks huur, niks visgerief. Bijzonder smakelijk en heel tof om te doen. En vooral een mooie aktiviteit om, in combinatie met een proefwerk rekenen, een regenachtige dag mee door te brengen.

ook goed




Een dagje zeekayakken in het Abel Tasman Park leek ons ook wel wat, dus wij weer vroeg uit de veren want het was toch weer een uurtje rijden. Op het zonovergoten strand waar de kayaks vertrekken wist men ons te melden dat een strakke tegenwind ervoor zou zorgen dat we waarschijnlijk niet ‘comfortabel’ zouden kunnen teruggeraken naar het vertrekpunt en de trip werd ons, hoewel vooraf gereserveerd en betaald, ten stelligste afgeraden. Dus: geld terug en andere activiteit. Het werd een partijtje minigolf gevolgd door een lunch op een alweer immens en fenomenaal mooi strand. Nadien hebben we ons nog eens goed laten gaan en aan ons chaletje dan maar de ter beschikking gestelde ‘alpine hotpool with a view’ uitgeprobeerd en ...
goed bevonden.

donderdag 7 januari 2010

Abel Tasman National Park (the sequel)





Abel Tasman National Park






De dagen zijn veel te kort. Er moeten keuzes gemaakt worden. We willen niet alleen proeven van dit stuk natuurschoon maar het ook beleven. Dagen trekken doorheen dit park, lijkt ons wel iets. Daarvoor komen we nog wel eens terug. We kiezen voor een dagtocht met een combinatie van watertaxi langs de kustlijn en een tocht(je) langs de coast trail. Het is hier allemaal zeer goed georganiseerd en ook betaalbaar. Het is de drukste periode van het jaar in dit gebied. Maar voor ons lijkt dit verre van Oostduinkerke bad in de zomer. Er is wel wat volk, maar er zijn ook lege stranden te zien vanuit de watertaxi en op de baaien waar we zelf terechtkomen, liggen misschien toch wel een tiental handdoeken verspreid over de hele zandstrook. Dit is genieten!

De grote oversteek





Maandagochtend 4 januari: ferry van Noordeiland naar Zuideiland. En de goden zijn ons welgezind. We varen met de zon mee het majestueuze landschap van het Zuideiland binnen. Op open zee kom je niet. Als we de bocht van Wellington voorbij zijn, zien we het Zuideiland opdoemen en we glijden door de Marlborough Sounds. Mooi, mooi, mooi.
We nemen de scenic route richting Nelson alwaar we in een gezellige garden studio worden verwelkomd door Paulina, een Nederlandse vrouw met een bewogen leven.

dinsdag 5 januari 2010

Windy Wellington





Nieuwjaarsdag. Cas neemt het heft in handen en maakt ons een heus en uitgebreid ontbijt. Bruin is door zijn dipje (qua timing kon dit wel tellen!) en we konden dus op stap in de stad. Wind, wind, wind. In die mate dat de man van de crocodile bikes (= de plaatselijke gocarts) zijn keet sloot.
We hebben een hele dag besteed aan het Te Papa Museum. Een gratis museum (ook de vestiaire!) met een zestal verdiepingen (kostprijs van dit project zou ongeveer 320 miljoen NZdollars geweest zijn) waarin op een boeiende en interactieve manier de geschiedenis en natuurlijke rijkdommen van dit land worden verteld. Zonder kennis van de engelse taal, hebben onze jongens zich geen minuut verveeld.
We logeerden bij een vriendin van Jen, die we heel even hadden ontmoet toen ze in België was. En we begrijpen hier dat dit nu eens de typische Nieuwzeelandse mentaliteit is: welcome and no worries. Geweldig toch!

zaterdag 2 januari 2010

Nieuwjaar

Oudjaar aan de andere kant van de wereld. Aan de kant bovendien waar het licht opkomt en waar men dus als eerste nieuwjaar viert. Het fantastische vuurwerk in de haven van Wellington, met optredens, muziek en straattheater onder een zuiders, zomers, zwoel avondzonnetje. 'Some guys have all the luck' zou je kunnen stellen, ware het niet dat om een of andere reden (waarschijnlijk te lang gejogged onder de Nieuwzeelandse zon) schrijver dezes om 21.00 's avonds met een graadje koorts zijn bed in kroop. En geen vuurwerk, geen zwoel zomers gedoe, geen champagne en geen midnight-kusjes heeft mogen meemaken.
Too bad, maar niet getreurd, de reis gaat voor de rest gezond en wel, gewoon door.

Napier






Na dat we de camping in Tongariro hebben verlaten reden we naar een bed en breakfast in Napier. Toen we daar aankwamen hadden we een mooi uitzicht op de stad. Bergen links en rechts en een klein stadje in het midden. Nadat we hadden uitgepakt gingen we naar de i-site om info over de stad te krijgen. Maar daarnaast stond een mini-golf. En dat trok Sem geweldig hard aan. Ik weet niet of je het weet maar de vorige keer was het ‘papa win mini-putt!’. En dat was deze keer ook. Daarna om de dag te eindigen gingen we eten. En boven gingen we genieten van de mooie zonsondergang op de bergen en de stad. De volgende dag kregen we een koninklijk ontbijt. We gingen wandelen naar een platte rots waar je Jan van Genten kunt zien. Dat zijn supergrote mooie vogels. Toen we daar waren zagen we ze duiken naar vis. Ze vlogen heel hoog om dan verticaal naar beneden te vallen. Door hun snelheid kunnen ze tot aan de bodem voor vis te pakken. Er was ook een visser. Misschien heb ik je nog niet verteld dat Sem een blein heeft ter grote van zijn hele hiel! Dat kwam van de Tongariro Crossing. Hij gaf het dus op en moest op blote voeten verder. Maar dat deed wel pijn. Terug bij de auto reden we naar een gezellig strandje. Daar zwommen ik en Papa. En het was ijskoud. De overkant was zeer mooi. Allemaal bergen. En zelfs ééntje met eeuwige sneeuw! Dan gingen we terug om (weeral, gelukkig maar) van de zonsondergang te genieten. Waarom schrijf ik ‘gelukkig maar’? omdat het al bijna donker was. We moesten wel vroeg in ons bed. Want……. De volgende dag stonden we om 6.00 uur op. We reden naar de beach adventures. Daar rijden we met de tractor naar de kolonie van de Jan van Genten. De reis was leuk en soms stopte hij om vroegere waterpeilen op de afgebroken rotsen te laten zien. Hij vertelde dat vroeger het water veel hoger was, maar dat het dankzij aardverschuivingen verplaatst was. Op Cape Kidnappers (zo heette dat) moesten we een kwartier stappen. Boven was er een plek waar er gewoon tienduizend van die vogels zaten. Sommige sliepen en trokken hun kop in tegen het lawaai en het licht. Het leek of ze gewoon geen kop meer hadden. We reden terug met de tractor en gingen thuis wat relaxen. Sem en ik gingen kijken naar the Lord of the rings 1. We vonden het fantastisch. De volgende dag gingen we inpakken. Sem en ik gingen de geiten melken. Dat was een beetje flubberig. We gingen ook een kippenren leegroven. Niet letterlijk, we gingen de eitjes rapen. De bed en breakfast uitbaatster had een boerderij. Vandaar van die geiten en die eieren. Dan reden we naar de hoofdstad van Nieuw-Zeeland: wellington

Cas